zondag 2 maart 2008

Ben boos

Vandaag ben ik boos. Boos op alles en vooral iedereen. Ik ben boos op alle mensen uit mijn omgeving. Ik erger me aan iedereen. Maar erger nog, ze ergeren zich ook aan mij. Niemand kent mij werkelijk. Ze kennen alleen de oppervlakkige eigenschappen. Nooit geweten dat me dat zou storen; dat mensen me niet goed kennen. Maar het raakt me. Mensen die denken dat ik absoluut nooit last heb van schuldgevoelens, mensen die denken dat ik niet creatief ben, dat ik de Nobelprijs nooit zou kunnen winnen en dat ik geen ambities heb. Allemaal fout. Ik vind mezelf wel creatief en ik kamp al jaren met een schuldgevoel. Geen zin om uit te leggen waarom.

Verder ben ik aan het wachten tot papa en mama herenigen. Mama woont nu ruim een maand op zichzelf, maar ik besef het nog steeds niet. Ik mis haar niet in huis, ik vind het alleen storend dat ik nu naar háár toe moet om samen filmpjes te kijken. Dat vind ik stom. Verder vind ik het stom dat papa altijd zo moppert. Vandaag gingen we een fiets kopen, in de aanbieding, maar daar heeft papa eigenlijk helemaal niet het geduld voor. In het openbaar heeft hij staan vloeken en tieren, omdat die doos zo’n enorm gevaarte was voor in de auto. Uiteindelijk hebben we de doos daar achtergelaten en heeft papa als een dwaas in de wind letterlijk staan stoeien met het karton. Het woei zeer hard en hij kreeg maar niet in de gaten hoe hij enigszins gestroomlijnd zijn doel kon bereiken. Uiteindelijk kreeg hij door dat hij gigantisch voor paal stond en kreeg ‘ie een enorme glimlach op zijn gezicht. Ik ook, maar dat gunde ik hem niet. Ik draaide me snel om. In de auto bood hij zijn excuses aan. Ik zei dat ik zijn gemopper wel gewend ben, en mama ook. Toen was hij weer nukkig.

Papa had gisteravond ook al ruzie met zijn paraplu door de hevige rukwind. Binnen tien seconden was zijn hele pluutje omgebogen. Heeft hij dat ding van kwaadheid tussen een muur en een lantaarnpaal geramd. Hing die kapotte paraplu vanmiddag weer aan de voordeur met een brief erbij: voor meneer van Berk, samen met een belastingbrief. Hilarisch vond ik het. Maar misschien ook een beetje eng. Al dacht papa een persoon te hebben gezien in het duister, maar niet gezien wie.

dinsdag 11 december 2007

Geluksmomentje

Zojuist kreeg ik een sms'je van een semi-vriend:
"zit hier gewoon in mijn eentje in de trein te lachen toen ik net even moest denken aan jou daar op dat podium in de Graanbeurs. Zo komisch! Wat een avond. x"

Vervolgens belde hij me op, omdat hij zich waarschijnlijk geneerde voor het hardop lachen. Hij had écht de slappe lach. Het was heerlijk om te horen. Ik hou ervan als mensen om me moeten lachen, helemaal als het twee dagen na de aanleiding is. Zulke momenten koester ik.

Wilde ik even kwijt.

maandag 10 december 2007

Alles is vergankelijk

  1. Heb mijn blog al een tijd verwaarloosd. Had me voorgenomen om elke dag te schrijven, als een soort van remedie tegen alle drukte om me heen. Vooral om het feit dat mijn ouders hebben besloten om uit elkaar te gaan, als vrienden. Nu nog, na 25 jaar huwelijk. Hartverscheurend.

    Toch ben ik nog voor 70% gelukkig. Al is er wel iets van binnen geknapt. Ik huil véél sneller en daar hou ik helemaal niet van. Ik vind het juist mooi om heel sporadisch een traantje weg te pinken; zo'n 1 keer per jaar. Dan weten mensen dat je het ook echt meent, snap je. Daardoor wordt het speciaal. Bij mij is het dagelijkse kost nu, dat verveelt.

    Leonard is ook uit het plaatje. De lulhannes heeft een vriendinnetje. Dat vind ik nou zó jammer, dat niks zo kan blijven zoals het is. Er is nooit iets wat blijft.

zondag 30 september 2007

in·tel·lec·tu·eel2 (bn.) > 1 betr. hebbend op het verstand

Vanochtend belde ik Leonard op om te vragen of hij zin had in koffie. Hij nam heel slaperig zijn telefoon op. "Kom maar hierheen", zei hij. Hij had wel last van een enorme ODOL, of ik daar een beetje mee overweg kon.
"Ik heb jarenlang in de zorg gewerkt", antwoordde ik. Hij lachte.
"Wat is het meervoud van ODOL eigenlijk?", vroeg ik.
"ODOL'en".
"Ik heb al vele ODOL'en mogen jodelen", reageerde ik ad rem.
Ik mocht komen.

Leonard heeft me het verschil uitgelegd tussen intelligent en intellectueel. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik er een stuk gelukkiger van ben geworden. Intelligent ben je wanneer je over bepaalde vaardigheden beschikt die je op het VWO of de universiteit nodig hebt, intellectueel is wanneer je bijvoorbeeld goed je talen spreekt en als je overal wel iets vanaf weet.

De conclusie die ik hieruit heb gehaald voor mezelf: Ik mag dan niet intelligent zijn, ik ben een intellectueel in wording. Er moet echter nog wat werk worden verricht. Dat ik geen analytisch of wiskundig denkvermogen heb, vind ik opeens niet meer zo heel erg. Daarbij vind ik intellectueel véél mooier klinken, veel interessanter.

Bijna ging ik met een euforisch, bevredigend gevoel naar buiten. Bijna.
Totdat Leonard me vertelde dat Minoes eraan kwam. Minoes is zijn vriendinnetje in spe. En nou weet ik dat ik heb gezegd dat onze relatie puur platonisch is, maar zo werkt dat toch niet helemaal meer als er een ander meisje in het spel komt. Ik weet niet wat voor een gezicht ik heb getrokken toen hij haar naam noemde, maar het zal geen egale kleur hebben gehad.

En nee, nog steeds wil ik geen relatie met hem, maar ik wil wel álle aandacht die ik nodig heb, alle kontkneepjes die hij me geeft omdat hij verliefd is op mijn derrière, en alle intellectuele gesprekken moet hij met mij voeren. Daar kan ik geen derden bij gebruiken.